Woensdag 16 juli - Reisverslag uit Kandy, Sri Lanka van opreisinsrilanka - WaarBenJij.nu Woensdag 16 juli - Reisverslag uit Kandy, Sri Lanka van opreisinsrilanka - WaarBenJij.nu

Woensdag 16 juli

Door: Dominique

Blijf op de hoogte en volg

16 Juli 2014 | Sri Lanka, Kandy

Vanochtend kunnen we ietsje langer uitslapen, half 8 gaat de wekker en iets na 8 uur gaan we richting de ontbijtzaal. Nadat we ontbeten hebben pakken we snel onze koffers en is het alweer tijd om uit te checken. Anura staat op ons te wachten en om 9 uur zitten we weer met ons hele hebben en houden in het busje, op weg naar de Leeuwenrots. Het is inmiddels gebleken dat Anura geen echte prater is. Hij vertelt maar mondjesmaat wat tijdens de reis en wat ie vertelt dat vertelt ie tegen papa, die voorin zit. Die vertelt dit op zijn beurt dan maar weer aan ons, zodat wij ook nog iets meekrijgen van de verhalen.

Na een korte rit arriveren we bij de Leeuwenrots. De Leeuwenrots is meer dan 200 meter hoog en de trap die naar de top van de rots leidt telt maarliefst 1200 treden. Van tevoren zijn we al gewaarschuwd dat het een pittige klim is die iedereen in zijn of haar eigen tempo af dient te leggen. Tussen 200 en 100 voor Christus stond er bovenop de Leeuwenrots een groot paleis, dat gebouwd was door een buitenechtelijke zoon van de koning die zijn vader vermoord had zodat hij zelf koning kon zijn. De beste man bleek echter nogal een ridder Schijtebroek, want vervolgens bouwde ie een paleis bovenop de Leeuwenrots omdat ie bang was voor de wraak van z’n broer. Hier bivakkeerde ie 18 jaar en vervolgens pleegde ie zelfmoord toen z’n broer er aan kwam. Niet echt een happy end dus.

Van dit paleis en de bijbehorende paleistuinen zijn inmiddels alleen nog maar de ruines (oftewel een paar lage muurtjes van amper een halve meter hoog) over. Over de totale klim naar de top deden we iets meer dan een uur. De eerste helft van de klim bestond uit onregelmatige traptreden, uitgehouwen in de rotsen. Af en toe kwam je op een plateau waar je van het uitzicht kon genieten (en ondertussen even je rust kon pakken). Ongeveer halverwege kon je een metalen wenteltrap op zodat je in de rots kon, waar grotten met muurschilderingen van halfnaakte vrouwen waren. Vanaf die wenteltrap had je uitzicht op een paar planken die met een touwleuning aan de buitenkant van de rotswand hingen. Mama dacht eerst dat je via die smalle plankjes en met alleen dat dunne touwtje als houvast verder zou moeten, maar dan was het denk ik een enkele reis geweest. De trap langs de rotswand waar wij vervolgens verder omhoog gingen zag er gelukkig iets meer solide uit. Vanaf dat punt draaide je als het ware om de rots heen en aan de andere kant van de rots bleek dan ook een stevige wind te staan, zeg maar windkracht negen. Het was even alle hens aan dek om te zorgen dat je spullen of jijzelf niet bijna van de trap af waaiden en daarnaast werd je gratis gezandstraald. Op dit punt waar het zo hard waaide waren ook een aantal mannen bezig een metershoge steiger te bouwen. Zonder enige vorm van zekering waren ze bezig op die wankele steiger, met windkracht negen, levensgevaarlijk. Wanneer je verder liep kwam je gelukkig iets meer in de luwte terecht. Op een gegeven moment kwam er een einde aan de rotstrappen en stonden we op een soort plateau, vanwaar je al een prachtig uitzicht had. Op dit plateau stonden bomen met waarschuwingsborden erbij. Lawaai maken zou kunnen leiden tot een massale wespenaanval. Ook eerder op de route waren we al dit soort borden tegen gekomen, maar op het plateau stond zelfs een soort gaaskooi van het Rode Kruis, waarschijnlijk bestemd om je in op te sluiten indien het daadwerkelijk tot een massale wespenaanval zou komen. Die gaaskooi maakte de dreiging in mijn ogen nog wat reëler. Vanaf het plateau leidde een smalle metalen trap naar het laatste gedeelte van de klim. Vanaf dit punt kon je eigenlijk niet meer stilstaan of stoppen, maar moest je in een ruk door naar de top. Mama had onderweg al wat adempauzes nodig gehad en had al flink wat zweetdruppels op d’r voorhoofd staan, maar was natuurlijk met geen tien paarden tegen te houden om toch de laatste loodjes richting de top te volbrengen. Die laatste trap liep weliswaar iets makkelijker dan de onregelmatige rotstreden, maar was alsnog zwaar omdat de klim in de brandende zon was en zoals gezegd eigenlijk in 1x afgelegd diende te worden. Na in totaal 1200 treden kwamen Caro en ik dan eindelijk aan bij de top van de Leeuwenrots, vanwaar je een adembenemend uitzicht had over de uitgestrekte natuur. Een paar minuten later kwamen ook papa en mama boven, ondanks dat je eigenlijk niet kon stoppen hadden ze toch af en toe een plekje gevonden om weer op adem te komen. Mama bleef er bijna in toen ze eindelijk boven was, maar na een jaar niet sporten had ze het toch maar mooi gehaald, chapeaux!

Na een tijdje van het uitzicht genoten te hebben en de nodige (panorama)foto’s te hebben geschoten was het tijd om te beginnen aan de afdaling. Al na de eerste paar treden kwamen we een slang tegen die nog bezig was met het doorslikken van zijn net gevangen prooi, die als een dikke bobbel door zijn lijf heen kronkelde. Volgens Anura was dit een gevaarlijke slang. Ja ja, we maken wat mee hier hoor. De slang was niet de enige fauna die we zagen, onderweg hadden we alweer een heel aantal aapjes gezien en ook een soort wasbeer (volgens onze gids was het een bepaald soort eekhoorn, echter wel een van een flink uit de kluiten gewassen eekhoornsoort dan). De terugweg ging gelukkig een stuk gemakkelijker en sneller. En passent kreeg ik nog door een Sri Lankaan toegesist ‘You beautiful, you married?’, maar hij bleek niet erg kieskeurig want een soortgelijke boodschap had hij bij Caro ook al in d’r oor gehijgd. Ik vraag me altijd af wat zo’n man voor reactie verwacht: ‘Married? Nou, nog niet maar ik heb vanmiddag voor m’n bezoek aan de specerijentuin nog wel even tijd, trouwkapelletje zoeken dan maar?’

Aan de voet van de rots dronken we allemaal een verkoelend vers geperst sapje en al snel was iedereen weer helemaal de oude. Vervolgens weer de auto in voor een ritje naar de specerijentuin, dat volgens Anura drie kwartier zou duren maar in werkelijkheid anderhalf uur duurde. Onderweg haalde hij weer talloze beangstigende inhaalmanoeuvres uit, maar gek genoeg beginnen ook deze bijna-doodervaringen te wennen. Onderweg had een arme zwerfhond ook nog een bijna-doodervaring, met dank aan Anura. Slechts luttele centimeters voor de poten van het arme beest kwam onze auto tot stilstand. Onderweg kwamen we ook nog een olifantentransport tegen. De olifant stond gewoon in een open laadbak van een truck. Kan allemaal hier.

Eenmaal aangekomen bij de specerijentuin stond er al een hele vrolijke gids op ons te wachten om ons een rondleiding te geven. Wij rammelden inmiddels echter van de honger dus wilden eerst even wat eten in het bijbehorende restaurant. Het restaurant had een uitgebreid Sri Lankaans buffet en er liep een man mee die bij alle gerechten even toelichtte wat het was. Na afloop vroegen we de rekening, die 1010 roepies bedroeg en we betaalden met 2000 roepies zodat we weer wat kleingeld hadden om fooien te geven etc. Kennelijk vonden ze dat teveel gedoe, want we kregen alleen een briefje van 1000 roepies terug. Je hebt hier soms het gevoel dat de mensen je aan alle kanten geld proberen af te troggelen, als je alleen maar naar iemand kijkt lijk je daar soms al voor te moeten betalen. Gezien de lage lonen hier is het ook wel begrijpelijk dat iedereen een slaatje uit de toeristen probeert te slaan, maar dan is het ook weleens leuk om te merken dat niet iedereen als hoofddoel lijkt te hebben om de toeristen zoveel mogelijk geld afhandig te maken.

Nadat we onze buikjes rond gegeten hadden kon de rondleiding beginnen. Onze vrolijke gids stond weer paraat en vertelde ons van alles over verschillende specerijen zoals kaneel, kurkuma, nootmuskaat, gember, kruidnagelen en een aantal voor ons onbekende kruiden. Van deze man leerden we een aantal belangrijke lessen: 1. Kurkuma doodt salmonella. 2. Als je lang haar wil moet je iedere avond 10 minuten je hoofdhuid masseren. 3. Nederlanders praten zo vreemd (achthonderdachtentachtig) omdat wij het altijd koud hebben. Net als de Russen trouwens. Tijdens de rondleiding kregen we soms ook dingen op ons gesprayd of gesmeerd, zoals citronellaspray, aloe vera crème en bij Caro en papa werd zelfs een stukje van hun arm ingesmeerd met natuurlijke ontharingscrème. Werkte als een tierelier. Bij papa had het zelfs niet alleen alle beharing maar ook het pigment verwijderd. Vervolgens konden we ook nog een kleine hoofd en nekmassage krijgen, waar papa en mama dankbaar gebruik van maakten.

Na het bezoek aan de specerijentuin reden we door naar het volgende hotel, hotel Suisse in Kandy. Onderweg vertelde papa nog wat aan Anura over Nederland. Anura denkt nu dat er ieder weekend gemiddeld vier mensen om het leven komen bij voetbalrellen. Hotel Suisse betrof een hotel in koloniale stijl, maar het was wel een beetje vergane glorie. De kamers hadden hoge deuren, maar de deurknop zat dan weer op kabouterhoogte. Caro wilde de kluis instellen maar liet vervolgens meteen het alarm af gaan, dus het liep allemaal weer gesmeerd. Nadat we onze spullen geïnstalleerd hadden gingen we buiten wat drinken, je raadt het al: bier en cocktails. Helaas bleek zo ongeveer de helft van de kaart niet beschikbaar; drie van de vier bestelde drankjes waren helaas op. Ondanks dat er maar liefst vijf bieren op de kaart stonden, bleek alleen het lokale Lion bier op voorraad te zijn. Dit komt in flessen met een inhoud van 625 ml, kleiner is er niet dus je moet lekker doordrinken.

Nadat we wat gedronken hadden was het tijd om te gaan douchen. We hadden diezelfde ochtend immers de Leeuwenrots beklommen en daarbij was flink wat zweet en stof komen kijken. Overigens is het hier bijna overal vrij stoffig, soms weet ik niet of ik bruin ben geworden of gewoon erg stoffig ben.

Vervolgens konden we aanschuiven bij het avondeten. De muzikanten speelden ‘Alle duiven op de Dam’ toen we binnenkwamen, maar gelukkig werd de muziekkeuze later beter. We konden gelukkig buiten eten, aan mooi gedekte tafels onder een witte partytent en met fakkels. Waar het hotel er in het daglicht wel enigszins vervallen uitzag, was hier in het avondlicht niets meer van te zien. Wederom was er een buffet en weer allemaal erg lekker eten. We gingen vrij laat aan tafel, dus na het eten gingen we eigenlijk meteen weer naar onze kamers.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Sri Lanka, Kandy

Mijn eerste reis

Recente Reisverslagen:

19 Juli 2014

Zaterdag 19 juli

18 Juli 2014

Vrijdag 18 juli

17 Juli 2014

Donderdag 17 juli

16 Juli 2014

Woensdag 16 juli

15 Juli 2014

Dinsdag 15 juli

Actief sinds 15 Juli 2014
Verslag gelezen: 192
Totaal aantal bezoekers 2522

Voorgaande reizen:

15 Juli 2014 - 31 December 2014

Mijn eerste reis

Landen bezocht: