Dinsdag 15 juli - Reisverslag uit Dambulla, Sri Lanka van opreisinsrilanka - WaarBenJij.nu Dinsdag 15 juli - Reisverslag uit Dambulla, Sri Lanka van opreisinsrilanka - WaarBenJij.nu

Dinsdag 15 juli

Door: Dominique

Blijf op de hoogte en volg

15 Juli 2014 | Sri Lanka, Dambulla

De wekker ging vanochtend al om 7 uur, wat gevoelsmatig dus half 4 was. Vreemd genoeg had ik er niet eens zoveel last van. Ik was wel vannacht om kwart over 12 al een keer wakker geworden in de heilige overtuiging dat het allang ochtend was, maar na geconstateerd te hebben dat het toch echt pas kwart over 12 was gelukkig weer verder geslapen. Na lekker ontbeten te hebben met een omeletje en het enige fruit dat ik echt lekker vind (passievrucht!) uitgecheckt en om half 9 weer bij onze chauffeur in het busje gestapt. We hebben de langste rit van de week voor de boeg, we zitten vandaag maar liefst vier uur in de auto. In de auto zitten is hier niet altijd even comfortabel. De wegen zijn in slechte conditie (Mama: Ik had wel een sportbh aan kunnen trekken) en het verkeer is (zoals eerder gezegd) verschrikkelijk chaotisch. Na twee uur heeft onze chauffeur al meerdere frontale botsingen ternauwernood weten te voorkomen, keep up the good work Anura. Buiten deze kleine ongemakken is het bepaald geen straf om in de auto te zitten. Langs de kant van de weg is zoveel te zien dat we onze ogen uitkijken. Gewoon een beetje kijken naar alle mensen, huizen en winkeltjes. We komen langs opvallend veel dakpannenverkopers, daar is hier kennelijk een grote markt voor. Ze verkopen hier ook heel veel losse bumpers, maar dat daar een grote markt voor is is minder verwonderlijk. Verder zien we ook veel fruitkraampjes langs de weg en gisteren zagen we zelfs een kraam met goudvissen in plastic zakjes.

Hoe verder we het binnenland inrijden hoe groener het wordt. Na twee uur rijden begint de eerste moessonregen. Gelukkig zitten we dan nog in de auto. Iets later komen we aan in Pinnawala, waar we naar het olifantenweeshuis gaan. Hier worden alle zieke of moederloze olifanten die door de bevolking gevonden worden opgevangen. We zijn amper de auto uitgestapt en we krijgen drie zakken bananen in onze handen gedrukt, om aan de olifanten te voeren. Doordat deze man met onze gids aan het praten was en er nogal netjes uitzag leek het alsof hij een gids van het park was. Later bleek dat dit gewoon een van de vele sjacheraars was die in en om het olifantenweeshuis rond hangen om geld aan de toeristen te verdienen. Anura adviseert ons dan ook om niets aan te nemen voordat je gevraagd hebt hoeveel het kost. Hij kon dit alleen niet zeggen met die man erbij, omdat ie anders het risico loopt om in een gevecht te belanden. Als we verder lopen komen we inderdaad een heleboel mannetjes met zakken bananen tegen, degene die aan ons verkocht was kennelijk erg assertief, door ons bij het uit de auto stappen al te strikken. Onderweg naar het weeshuis komen we langs allerlei winkeltjes, waar overal mensen buiten staan die ons naar hun winkel proberen te lokken. Ook lopen we langs een slangenbezweerder, die een grote python om z’n nek heeft en een cobra in een mandje. De olifanten hebben allemaal een strak schema van voederen en baden in de rivier, ook voor olifanten geldt kennelijk rust, reinheid en regelmaat. Als wij bij het weeshuis aankomen zijn de olifanten net aan het badderen in de rivier. We maken veel foto’s en omdat we immers nog drie zakken bananen hebben geeft papa aan een van de verzorgers aan dat hij de bananen wil voeren. Hij mag vervolgens onder het touw dat als afscheiding dient door komen, er wordt een olifant naar voren gehaald en hij mag vervolgens de hele tros bananen in een keer in een olifantenbek gooien. Na deze ene hap banaan wil de verzorger geld zien. Kennelijk betaal je niet alleen voor de bananen maar ook nog eens voor het mogen voeren van de olifanten, nadat we (uiteraard) ook al entree voor het park hebben betaald. Op een gegeven moment begint het weer te regenen (en niet een beetje ook) dus we gaan snel op een terrasje (onder een afdak) zitten. Vanaf hier hebben we uitzicht over de rivier en de olifanten. Op een gegeven moment gaan de verzorgers de olifanten verzamelen voor de terugreis. Alle olifanten lopen vervolgens in een lange stoet door de hoofdstraat van Pinnawala, dezelfde route als wij net liepen. Als de stoet voorbij is lopen wij er achteraan, terug naar de auto. Halverwege begeeft papa z’n slipper het plotseling, waardoor hij op één blote voet zigzaggend om de olifantenpoep te ontwijken terug moet lopen naar de auto.

Als we verder rijden komen we nog verder in het binnenland terecht. De wegen worden steeds smaller, bochtiger en hobbeliger. Daar laat Anura zich echter niet door tegen houden, hij blijkt een echte scheurneus te zijn De mannen die we hier langs de weg zien hebben meestal alleen maar een soort lendendoek aan, lekker luchtig. Onderweg rijden we nog langs een grote heuvel die met een beetje fantasie op een olifant lijkt. Bovenop de heuvel staat een heel groot Boeddhabeeld (en ook twee grote zendmasten, dat is dan weer een beetje jammer van het idyllische uitzicht). Na een uurtje rijden gaan we ergens bij de rivier lunchen. We kiezen allemaal voor de Indische nasi goreng. Niet echt authentiek Sri Lankaans, maar er waren ook cheese and tomato sandwiches en frietjes, dus al met al was onze keuze nog best cultureel verantwoord.

Na de lunch reizen we verder richting Dambulla, waar we een tempel gaan bezoeken. Onderweg zien we al de eerste apen. Anura vertelt ons dat er bij de tempel nog veel meer apen zullen zijn. De tempel blijkt bovenop een heuvel te zijn. Aan de voet van de heuvel staat een groot gouden Boeddhabeeld, het grootste Boeddhabeeld ter wereld, in die houding dan althans. Het blijkt nog een flinke klim te zijn naar de tempel. Op de meeste stukken zijn traptreden, die weliswaar allemaal ongelijk zijn qua hoogte en diepte, maar op sommige stukken heb je gewoon rotsplaat waar je voorzichtig overheen moet lopen. Het is wel vast een goede oefening voor morgen, we gaan dan namelijk de Leeuwenrots beklimmen die vijf keer zoveel treden heeft en ook nog een stuk lastiger begaanbaar schijnt te zijn. Eenmaal boven gekomen genieten we eerst even van het uitzicht. Bovenop de berg staat een hele stevige wind, maar dat is wel lekker na de klim. Voor de tempel doen we onze schoenen uit en gaan ‘naar binnen’. Het grootste gedeelte blijken we echter gewoon buiten te moeten lopen, dus onze voeten zijn wel weer aan een wasbeurtje toe. De tempel bestaat uit meerdere grotten. Onze gids gaat helaas niet mee naar binnen, dus we bewonderen zelf de vele Boeddhabeelden in de tempel (maar liefst 150) en de wandschilderingen op de muur en het plafond. We hebben dus helaas verder geen uitleg of informatie bij de tempel, dus verzinnen we zelf maar wat. ‘Papa: Waarvoor zou die haak in het plafond zijn? Misschien hingen ze daar wel mensen aan op.’ Mama: Ja of ze hingen er een plank aan om de plafondschilderingen bij te werken’ Ik: ‘Ja of gewoon voor een kandelaar ofzo.’ Papa: ‘Ja dat zou ook kunnen.’ Nadat we de tempel bekeken hadden vermaakten we ons vooral met het kijken naar alle aapjes en de babyaapjes. En met het kijken naar de mensen in de vijver. Toen we de tempel in gingen zagen we al een man tot boven z’n knieen in de vijver staan. Toen we de tempel uit kwamen stond er inmiddels een andere man in de vijver, die met z’n voeten probeerde iets op te vissen. Terwijl (waarschijnlijk) z’n vriendin op de rand van de vijver nogal beteuterd zat te kijken. Misschien wel d’r verlovingsring in de vijver laten vallen, wie zal ’t zeggen (ik geloof zelf graag dat dit het was).

Na de tempel gingen we naar het volgende hotel. Op een gegeven moment sloegen we af van de hoofdweg en reden we een klein zandweggetje in. Dit zandweggetje leidde naar ons hotel, dat volledig in the middle of nowhere leek te staan. Het hotel bestond uit allemaal losse huisjes met vier kamers, twee beneden en twee onder, waarvan wij twee kamers op de bovenste verdieping toebedeeld kregen. Nadat we even op ons balkon hadden zitten genieten van het uitzicht over de Afrikaans aandoende savanne (met midden in het landschap de Leeuwenrots) gingen we ons even opfrissen (toen kwam ik erachter dat ik m’n iPhone oplader in het vorige hotel heb laten liggen, heel fijn) en aan de bar een biertje en cocktails drinken. Mama had in tegenstelling tot Caro en ik geen ijsklontjes in haar cocktail, dus vroeg bij de dienstdoende ober of ze misschien ook wat ijs kon krijgen. Een ogenblik later kwam ie aangesneld, met een glas vol ijsklontjes en een tangetje. De ober pakte keurig een ijsklontje met het tangetje om deze vervolgens netjes in mama’s glas te laten vallen. Het tweede ijsklontje werd met dezelfde techniek opgepakt, maar ergens halverwege ging het mis, want in plaats van dat het ijsklontje in mama’s glas belandde vloog het door de lucht om vervolgens met een kleine plons in mijn Margherita terecht te komen.

Na de cocktails en het bier konden we aanschuiven bij het diner, waar een buffet op ons stond te wachten. Tijdens het eten speelden twee muzikanten op de achtergrond, die nog voor verzoeknummertjes langs de tafel kwamen. Na het eten nog even natafelen en vervolgens weer richting onze kamers.

  • 17 Juli 2014 - 17:48

    Sonja:

    Wat kleurrijk beschreven, moest aan het einde van het verslag even met m'n hoofd schudden om me te realiseren dat ik gewoon in de tuin in Meerkerk zit haha... Geweldige ervaring, blijf vooral schrijven. Fijne avond xx

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Sri Lanka, Dambulla

Mijn eerste reis

Recente Reisverslagen:

19 Juli 2014

Zaterdag 19 juli

18 Juli 2014

Vrijdag 18 juli

17 Juli 2014

Donderdag 17 juli

16 Juli 2014

Woensdag 16 juli

15 Juli 2014

Dinsdag 15 juli

Actief sinds 15 Juli 2014
Verslag gelezen: 133
Totaal aantal bezoekers 2536

Voorgaande reizen:

15 Juli 2014 - 31 December 2014

Mijn eerste reis

Landen bezocht: